We zijn begonnen. Met nog een stuk of 12 anderen blogjes gaan schrijven en publiceren. Niet erover praten en het plannen en gaan weten hoe het zou moeten, maar echt gaan doen. Dus van A tot Z opschrijven en live zetten. 13 Keer met lege handen beginnen en einde les een blog live op internet. Dit ben ik al zo lang van plan en ik doe het verdikkie almaar niet. Dat is nu dus afgelopen. Einde uitstellen. “Begin maar met schrijven nu” zegt Saskia, “je hebt 25 minuten na nu.” OK, waarover dan?
Ik staar uit het raam en dan gebeurt wat vaker gebeurt: ik kijk op de plek waar ik lang geleden die ene keer gras ging plukken voor de konijnen. Met mijn vader. Honderd jaar geleden. En dan ben ik ineens daar en is mijn broer Jan er weer. Sterk, groot, slim en knap. In alles meer en beter dan ik. Maar later niet meer: eerst de weg kwijt en toen ziek en toen dood. Dan mijn vader weer: schiet op jullie, kom hier, houd je mond, eet op, geef hier. Mama huilt, en huilt en huilt. Weer die pijn in mijn buik. Voorzichtig zijn, oppassen. Het zijn grote, harde handen van een kolenboer.
“Kijk in de chat” zegt Saskia ineens. Er komt iemand verlaat in de zoom tevoorschijn.
Oh, ja, ik was een blog aan het schrijven. Over gras plukken met mijn pappa. Over hoe het was toen. Mijn broer Jan ziek, psychisch ziek tot het einde toe. In Den Dolder is het gekkenhuis galmt nog in mijn oren. Ik begreep er niets van, al het verdriet en de onmacht. Toen. En nog wil ik gras plukken met pappa en een gelukkige mamma zien. En ben ik bang om iets verkeerds te zeggen. Twaalf paar vriendelijke ogen kijken me aan via zoom. “Doe maar”, zeggen ze “goed idee. Zo todden we allemaal, dat is juist leuk”.
De zon schijnt weer. Ik druk op de knop Publiceren. Ben benieuwd. Benieuwd waarnaar eigenlijk ???? Zodra ik het in de gaten heb herken ik dat die nieuwsgierigheid niets anders is dan enerzijds angst voor strenge afkeuring en anderzijds hoop op liefdevolle waardering. Het eerste een nog steeds sterke angst voor iets waar ik als kind bang voor was en het tweede een sterk verlangen naar iets dat er voor mij als klein kind niet was, veel te weinig was .....
Dus totaal niet benieuwd naar wat mijn schrijven betekent voor de lezer, maar bang voor mijn eigen haggie. Gelukkig maar dat het geen vroeger meer is, dat ik nu een volwassen man ben, en dat ik me kan beseffen dat die angst en die behoefte bij vroeger horen en niet bij nu. Dat mijn haggie nu dus totaal niet op het spel staat. En dat voelt dan meteen een stuk beter. En dan zeg ik in vrijheid wat ik te zeggen heb, en publiceer ik zonder zelfcensuur. In PRI-taal heet deze techniek van zelfbewustzijn 'omkeren', ook wel los komen van oude pijn en terugkomen in het hier en nu. Wil je er meer over weten of het zelf leren, lees dan eens in een boek van Ingeborg Bosch, bijvoorbeeld De herontdekking van het ware zelf of luister eens naar deze podcast.
Comments